Alles ruikt naar chocola: het boekomslag.
BAM!
Toen hij de titel hoorde opperde één van mij neven dat er misschien “een naakte vrouw zo warme chocola over zichzelf zou uitgieten, op de omslag?”
Goeie suggestie, neef. Maar nee. Ontworpen door main man Robert Adriaansen, Loudmouth, wordt dit bovenstaande juweeltje de omslag van mijn boek. Zonder naakte borsten dus.
Wat zien we?
Een geweldig ontwerp .
Nee, verder.
Ah. Er zitten, los van het citaat en de titel, zeven grafische referenties naar het verhaal in. Die verwijzingen ga ik nog niet weggeven. Hoewel… eentje dan. Onder de blauwe cirkel: twee plectrums.
Ook kan ik alvast vertellen dat het boek driedimensionale ribbels krijgt.
(“let’s look over here!” [walks] “ribbed. for her pleasure. ieuw…”)
De ribbels worden door een vlijtige Vietnamees aangebracht met een één-harig ribbelkwastje, rondom de blauwe cirkel, zodat het hele boek de associatie met een LP oproept.
Grappig. Maar hoe komt zo’n omslagontwerp tot stand?
De uitgever nodigt een vormgever uit aan de hand van zijn eerder gemaakte werk. Als het klikt tussen hen krijgt hij een briefing. Daar wordt verteld waar het boek over gaat, wat de doelgroep van het boek is, enz. waarna hij gaat schetsen.
Vervolgens ontstaat er een digitaal overleg dat een beetje lijkt op biljarten: drie partijen (de uitgeverij, vormgever, schrijver) kaatsen ideeën en schetsen heen en weer binnen de gestelde beperkingen (tijd, budget, grafische mogelijkheden) waarna er een definitief ontwerp komt.
In mijn geval vroeg de vormgever, Loudmouth Robert Adriaansen dus, me een keertje langs te komen.
Met gin en pinda’s (London’s Dry Gin en Katjang Pedis, since you’re asking) zijn we een avondje gaan tweaken.
De laatste vondsten kregen een plekje, er sneuvelde een darling of twee, we dronken onze glazen leeg en spuwden pinda’s over zijn trackpad.
En dan heb je een omslag.
Omslag? Dat heet toch een kaft?
Nee. Word on the street is: een boek heeft een boekomslag, geen kaft.
En nu?
Nu is het afwachten hoe de omslag valt.
De eerste partij die overtuigd moet worden zijn boekhandelaren en inkopers van ketens. Dat is niet makkelijk.
Zij krijgen van alle uitgeverijen namelijk aanbiedingsfolders opgestuurd barstensvol hilarische, ontroerende, bloedstollende boeken.
Die handelaren kopen dan enkele tientallen boeken in. Misschien zelfs maar een paar stuks.
Voor hun is mijn boek namelijk een moeilijke beslissing.
Want wie is die Sidney Vollmer, Godmiljaar? Wat een rare naam! Bovendien: die vent heeft nog niets gepubliceerd in Hollands Maandblad, Passionate, De tirade, of De Revisor!?
Daar valt niets tegen in te brengen. Hoewel, beste inkopers:
1. Judge a book by its cover.
Dat juweeltje van een omslag! Dat kán toch niet anders dan een geweldig boek omhelzen?
2. Het geweldige digitale magazine De Optimist.
De Optimist is een ontzettend fris ding. Het is misschien (nog) geen Revisor. Maar daar heb ik tot mijn grote blijdschap wél ooit een verhaal gepubliceerd.
Check. Wanneer komt dat kreng uit?
Deo volente, Inshallah, eind september. In de betere boekwinkel. Mijn boek. Kopen mag. Bladeren ook. Wel weer netjes terugleggen, cheap bastard.
Afsluitend nog wat essential viewing.
Na “Ribbed. For her pleasure. Ieuwww…” mag dit niet ontbreken:
ps. Te weinig paars in de omslag? Meer blote borsten? Laat hieronder iets achter! Comments zijn de chite.
Lieve Sid! Su-per-mooooiiii!!!!!!
kus!
Tnx, Gwen.
Dank ook, voor de nieuwe likers. Gaaf!