Blah blah meets blèh blèh: over toekomstmuziek en ploeteren voor je manuscript.

 

Hierboven ziet u vier oude ADAM posters die ik samenplakte om zes verhaallijnen  te kunnen gaan outlinen.

Vier kleuren stift, zes soorten post-it, een schaar, plakband, ministripjes: het kon niet op.

In mijn hoofd en op mijn koffietafel ben ik dus al lang en breed begonnen aan “boek#2”, waarin onder andere een vervalsende schilderij-restaurateur, een drugsverslaafde skater en een kloosternon met Alhzeimer elkaars leven gaan kruisen, snijden, beïnvloeden.

Ik had ook hele aardige wordclouds gemaakt om een eerste gevoelsschets te geven aan die verhaallijnen. Wordclouds zoals deze:

.

wordcloud van een verhaallijn van boek #2

.

 

Al deze woorden samen schetsen dus één van de zes verhalen.

En die zes verhalen moeten allemaal hun eigen plotlijn hebben, vol wendingen, causale relaties, verrassingen, typische overeenkomsten. Structureel een uitdaging.

Alles ruikt naar chocola” is een schatje, vergeleken hiermee. Een wandeling door het park.

Boek #2 wordt een monster! Een behemoth! Een eindbaas!

Think “Crash” meets “21 grams“!!

Think “Cloud Atlas” meets “Skippy Dies“!!!!

Blah blah meets blèh blèh…

*Zucht*

Boek#2 bleek toekomstmuziek. Uw razend-rappe-blogger-schrijver met zijn voorliefde voor neerlandicismes kreeg namelijk een wakker-word-telefoontje toen hij zijn manuscript terugkreeg van zijn redacteur. Werd wakker en rook het asfalt. Kreeg een realiteitscontrole. Dingen werden in mijn gezicht geschoven.

Boek#1 moet namelijk flink gewassen, gestreken, geknipt en geschoren worden.

Toegegeven, ik had ook niets om handen de afgelopen twee maanden met het wachten op Het Commentaar. Maar toch. Wat was ik een partij voorbarig met boek #2! Het is toekomstmuziek. Meer niet.

Eerst boek #1 afmaken.

Ik heb een pagina met commentaar van mijn redacteur gescand:

pagina met relatief weinig commentaar

Zo ziet het er dus uit als je je manuscript terugkrijgt van een redacteur. Op deze pagina was ze relatief  spaarzaam met haar commentaar, op sommige andere pagina’s staat  “Inkorten” in de kantlijn geschreven, met een lange verticale streep erlangs. Dat lijkt spaarzamer, maar de opmerkingen op deze pagina zijn in een uurtje of wat op te lossen. “Inkorten” als aanwijzing verwerken is wikken en wegen: wat kan er immers nog weg? Kan ik nog meer naar de kern?

Dat kost dagen.

Mijn hele openingshoofdstuk, zo suggereert ze, komt gehalveerd beter tot zijn recht. Op weer andere pagina’s heeft ze hele alinea’s doorgekringelt. Het ergste vond ik woorden als “waarom?” of: “maar dat zou hij toch nooit doen?”

Het was even slikken.

En toch ben ik het – eerlijk is eerlijk – in 86% van de gevallen met haar eens.

Het wordt in veel gevallen namelijk scherper, knijpender, relevanter, minder zwalkend.

Sommige dingen voegde ik in eerdere versies toe om het verhaal meer in te bedden in een realistisch aanvoelende omgeving. Maar die dingen leiden af. Moet je ècht weten dat hij zangles heeft gehad?

Andere scènes brak ik in tweeën om suspense te kweken, dan stak ik er een beweging of overpeinzing tussen. Ik blijk ze daarmee vaak juist rommeliger te maken.

Dus die dingen ga ik zeker aanpassen.

Maar mijn passage over het troostend bedoelde, maar zeer onhandige  “bovenarm-wrijf-knijp-ritueel” ga ik echt niet slachtofferen. Dat is te levensecht om te willen verliezen. Noch die discussie over Converse schoenen: dat geeft kleur, sfeer, schwung, frivoliteit, aarding aan die bandleden. Ter illustratie van wat ik bedoel: kijk eens naar – ik noem maar  iets– een Tarantino film. Het begin van Reservoir Dogs, de helft van de scènes in “Jackie Brown”, de helft van de moorden in “Inglorious Basterds”: scènes die de plot niet noodzakelijkerwijs voorwaarts bewegen en toch zoveel kleur aan het verhaal of de personages geven dat ze mogen blijven, dat ze moeten blijven.

Dat zijn dingen die we over een week of drie gaan bespreken, wanneer ik de eerste van haar krabbels heb verwerkt tot nieuwe hoofdstukken.

Soms voelt het alsof ik een steile, glibberige berg heb beklommen om er nu, op de top, achter te komen dat ik helemáál nog niet boven was, dat er stiekem nòg een top was.

Nou goed. Dan strik je je veters opnieuw, gesp je je tas weer vast, slacht je een geit voor de broodnodige proteïnen en klim je door.

Dus dat deed ik vandaag. 3,5 uur bezig geweest: 6 pagina’s geschrapt. Dag, Star Wars referentie. Vaarwel, loeiende koeien. Superdoei, “dialoog met ober”. Rausch!

Het schema voor boek#2 heb ik opgevouwen.

Afsluitend.

Dit was de update van november voor het 1e boek van Sidney Vollmer.  Vind je het leuk om op de hoogte gehouden worden? Wordt dan fan van mijn boek op Facebook (zie rechterkolom).

Nog niet overtuigd van het nut daarvan?

De eerste 250 Facebook fans krijgen een handgemaakte verrassing wanneer het boek uitkomt.

Vind je dit allemaal helemaal waanzinnig über meesterlijk geweldig? Plaats dan deze link op je twitter of facebook: http://wp.me/pd3ap-Pb, of gebruik die schattige icoontjes hier vlak onder zodat ook je vrienden gaan lezen over blah blah en geiten slachten. Da’s belangrijk. Web 2.0 FTW!

Dank!

Sid.

Comments
4 Responses to “Blah blah meets blèh blèh: over toekomstmuziek en ploeteren voor je manuscript.”
  1. PT says:

    Think Vonnegut!

  2. PT says:

    Slaughterhouse Five – begint met eenzelfde soort zoektocht maar dan op behangpapier, geloof ik.

  3. ik ga t opzoeken.

    Heb je vandaag trouwens gezien in een videoclip. Lachen hoor 😀

Leave A Comment