Damn you, Facebook.

Er is een bepaald type mens waar ik dol op ben. Mannen of vrouwen die intelligent zijn zonder arrogant te zijn, of cynisch. Mannen (en vrouwen!) bovendien, die rock’n’rollers zijn, die alles uit het leven proberen te halen, die misstappen maken met drugs, affaires, tatoeages. Mensen die je af en toe prikken omdat ze weten dat het leven leuker is met een beetje provoceren.

Mark was zo iemand.

Ik ontmoette hem in een bar in New York, waar hij samen met zijn vrouw tequila dronk. Zij ontwierp lichtplannen voor kathedralen en bruggen en reisde daarom de wereld rond. Hij was journalist, las Kierkegaard en Nietzsche maar schreef liever voor pornoblaadjes. Hij droeg één diamanten oorbel en deed aan Tai Chi. Beiden waren rond de zestig.

.
Sinds die ontmoeting vijf jaar terug had ik regelmatig contact met Mark. Bijdehante opmerkingen, korte vragen. We waren aan elkaar gewaagd.

.
Vorige week stuurde zijn vrouw me een berichtje via Facebook: Dear Sidney, Heartbreaking news: Mark ended his life on July 18.

Ik schrok. Stiekem was Mark het soort man dat ik ooit hoopte te worden. Mark was een idool. Zijn zelfmoord schokte me. ‘s Avonds dronk ik een glas tequila en ik proostte op hem. Ik was verdrietig dat hij het kennelijk niet meer zag zitten. Maar hij was toch slim? En stoer? Was het omdat hij ziek was? Had hij kanker? Was hij depressief? Was het een ongeluk?

.

Ik stuurde zijn vrouw een berichtje via Facebook. Ik durfde mijn vragen niet te stellen. Ze had vast genoeg aan haar hoofd, nu. Het voelde ongepast om haar digitaal te condoleren. Maar ik wist niet waar ze woonde en om dan eerst digitaal om haar postadres te gaan vragen en haar daarna een kaartje te sturen, en ik had die mensen maar één keer gezien, sindsdien enkel digitaal contact met Mark, en… Damn you, Facebook.

Ik condoleerde haar dus maar digitaal, vroeg niets pijnlijks en vertelde over het fijne contact dat ik had met Mark. Zij reageerde dezelfde dag:

I know that Mark really loved hearing from you and your insights. Please take a moment to post your thoughts about Mark on his Facebook wall.


Haar verzoek verbaasde me. Maar als zij dat fijn vond: soit. Ik schreef op zijn Facebook wall. Brok in mijn keel. Ik begon te lezen welke woorden vrienden van Mark voor hem achterlieten. Ze spraken hem aan alsof hij nog leefde. Zijn Facebookwall werd een soort condoleanceregister. Ik twijfelde of ik me wel prettig voelde om het allemaal te lezen. Ik heb zitten janken om herinneringen van zijn vrienden.

Tegenwoordig spenderen we één op iedere zes minuten die we online zijn aan sociale netwerken. Het is erg moeilijk weg te denken, in ieder geval uit mijn leven. Het tempo van de veranderingen zorgt ervoor dat ik me af en toe achter de oren krab omdat ik niet zeker weet of ik me wel prettig voel bij sommige van de uitwassen van die alomaanwezigheid van Facebook. Er zijn nog geen normen of waarden, nog geen etiquette. Dus doe ik maar wat me het beste lijkt.

Misschien had ik zijn vrouw wel gewoon een kaartje moeten sturen.

column Sidney Vollmer
Leave A Comment